Hannie Penninx over dorpsondersteuning en Elsendorp in coronatijd

Hannie Penninx- Donkers is vanaf 2008 dorpsondersteuner in Elsendorp. Met hun aanpak van kleinschalig mensgericht zorg en welzijn hebben zij, haar collega’s en veel vrijwilligers prachtige resultaten laten zien. Hannie en anderen worden vaak gevraagd om te vertellen over hun werk en ervaringen. Na de eerste coronagolf wijdde Het Eindhovens Dagblad een groot artikel aan de aanpak in Elsendorp en vergeleek het dorp met het Gallische Asterix-dorp. Hannie: “Wat ik essentieel vind: ik kan het niet alleen. We doen het samen. Het Eindhovens Dagblad stuurde me eens een conceptartikel dat mij centraal zette. Dat wil ik niet, want we hebben elkaar allemaal keihard nodig (inwoners, vrijwilligers, professionals). Ik zet misschien wat lijntjes uit, maar de rest doen mensen allemaal zelf. WE ZIJN HET SAMEN.”.

“We hebben in de hele coronatijd nauw samengewerkt als werkgroep (waarin o.a. huisarts, zorgteam, dorpsondersteuner en vrijwilligers die nauw betrokken  zijn zo en continu de vinger aan de pols gehouden. Bij elke nieuwe maatregel, stelden we de vraag: wat betekent dit voor Elsendorp? Wat is nu de goede stap om te zetten? En daarnaast hebben we meteen een oproep gedaan om bij te springen. Dat hebben we per buurt gedaan en daar meteen maatjes gemaakt. Als mensen signalen hadden of mensen zelf aangaven, dat ze het fijn zouden vinden als iemand zou bellen of boodschappen zou kunnen doen, dan konden we meteen schakelen met mensen die in de omgeving wonen. Dat is de kracht, omdat je klein bent en het commitment groot is, kunnen mensen onder elkaar heel snel schakelen.”

 

Aan de voorkant en terugkijken

 “Er is even een periode geweest, dat mensen een beetje depressief begonnen te worden, “oh we willen weer”. Ook toen zijn we op zoek gegaan: hoe kunnen we het dan regelen? We hebben eerst in groepjes van vier mensen activiteiten opgezet, zodat mensen die dat nodig hadden even bij elkaar konden komen. Toen we weer naar het individuele niveau moesten, hebben we dat weer bijgesteld. Dat vraagt behoorlijk wat schakelen en dat heeft veel energie gekost, maar daardoor hebben mensen wel mee kunnen doen. Ik zie nu in de tweede lockdown dat er meer berusting is en dat mensen zeggen: laat maar even, het kan gewoon even niet. Bij een aantal mensen hebben we weer individuele maatjes ingezet. Of huishoudelijke hulp. Of een belletje elke dag.”

“In elke bijeenkomst die we hebben, kijken we even terug: waar staan we, wat maakt dat we dit moeten doen? En dan zie je dat mensen meegaan. Als je dat kunt met elkaar is acceptatie een stuk makkelijker. We zetten wekelijks een stuk in ons gemeenschapsblad om mensen mee te nemen in het proces. En we zijn ook streng op de naleving. Toen gemeenschapshuis de Dompelaar weer open ging, hebben we de vrijwilligers zeer goed geïnstrueerd: let op de anderhalve meter, let op mondkapjes. Als mensen geen mondkapje bij zich hadden, kregen ze er één keer één, maar daarna moesten ze er zelf voor zorgen. Die instructies zijn essentieel geweest, want in het begin hadden mensen ook de houding: “jaja, dan wordt me hier de les gelezen”. Langzamerhand zag je de verandering. Als je zelf maar consequent bent en ook laat zien waarom het zo belangrijk is.“

De opbouw en samenwerking in Elsendorp

Hannie werkte eerder als verpleegkundige en als manager bij een zorginstelling in Gennep. Ze woont in Elsendorp en in het eerste decennium van deze eeuw was ze actief in een werkgroep om de zorg te verbeteren. Ze schreef mee aan voorstellen voor minder en liefst geen verkokering, een wijkteam, een zorgteam en een dorpsondersteuner. Toen haar persoonlijke situatie veranderde en ze met twee pleegkinderen niet langer een managementbaan wilde hebben, werd Hannie gevraagd om te solliciteren als dorpsondersteuner. Werk dat zeer goed bevalt. “Een voordeel was dat ik hier woonde, iedereen kende. Ergens anders zitten mensen vaak op een kantoortje. Maar zo werkt het niet. Je moet tussen de mensen staan. In het begin heb ik hier ook een spreekuur gehouden. Maar dat werkte helemaal niet. Je moet de boer op.”

In Elsendorp is in ruim tien jaar een flink netwerk opgebouwd. Met zorgteam, huisarts en heel veel vrijwilligers en Hannie als dorpsondersteuner als verbindende schakel. “Er zijn ook in deze coronatijd altijd wel mensen die ik aan kan spreken. Om vervoer te regelen voor het vaccineren. Om dingen rond te brengen. We hebben een hele pool. Maar de start van het werk blijft om met klanten te praten en te vragen: in wie heb jij vertrouwen? Wie denk jij dat iets voor jou zou kunnen betekenen? Toen we lang geleden begonnen dachten we: we hebben een pool vrijwilligers en daar halen we wel iemand uit. Maar zo werkt het niet. Er moet een match zijn. Dan breng ik de vrijwilligers en de mensen in verbinding en als dat staat, laat ik het los. Het mooie is, dat je ziet dat mensen dan vaak gewoon een maatje worden. Als er iets is of ik nodig ben, dan weten mensen me wel weer te vinden.”

Zeer positief is Hannie ook over de gemeente Gemert-Bakel die van meet af aan de nieuwe aanpak heeft ondersteund. “Als er een zorgvraag bij de gemeente kwam, stelde die als eerste de vraag: heb je dit besproken met de dorpsondersteuner? Als de gemeente dat niet had gedaan, had het nooit zo ver kunnen komen. Dan had ieder zijn eigen ding gedaan, was de verkokering gebleven en hadden we samen nooit de slag kunnen maken. WMO vragen gaan een kern als Elsendorp eerst terug naar de dorpsondersteuner met de vraag: kunnen we het zelf oplossen? Dat is duurzamer en levert vaak blijere mensen op. En ja, het is natuurlijk ook financieel aantrekkelijker. De meeste WMO vragen lossen we zelf op. Lukt dat niet dat kunnen we opschakelen en zijn de lijntjes kort. We weten elkaar te vinden.

Positieve effecten van de coronaperiode

“Een belangrijk effect van de coronaperiode is, dat we er nog meer zijn voor elkaar. We hebben ook een slag geslagen in de samenwerking van en tussen verenigingen, de KBO en de andere clubs die we hier in Elsendorp hebben. We hebben elkaar opgezocht. We hadden elkaar nodig. We organiseerden samen activiteiten. We deden een actie met Moederdag. Een kerstactie, waarbij we op kerstavond in kerstpak met muziek ’s avonds door de straten trokken, netjes op afstand met een visnetje. We zijn langs gegaan bij alle inwoners om een kleinigheidje te geven en te zorgen voor kerstlichtjes in de straat. Kinderen hebben waxinelichtjes geschilderd. We hebben een speurtocht gemaakt. School, ouderenorganisaties, iedereen werkte samen. Het is mooi dat je dan met z’n allen iets kunt neerzetten. Dat wordt meer dan voorheen gewaardeerd. ’t Mes snijdt voor iedereen aan alle kanten.” De volgende actie zal met carnaval plaatsvinden en is nu in voorbereiding.

Meer lezen over de gemeenschapskracht in en van Elsendorp: Lees o.a. het boek “Ik is niks” op deze website. Al in 2010 verscheen een (zeer positieve) evaluatie van de kleinschalige dorpsgerichte zorg die Hannie Penninx met collega’s en dorpsbewoners heeft gerealiseerd: zie hier.

Dorpsondersteuning voor jong en oud. Foto hieronder: Vrijwilligster Wil van den Boomen (links) en Coby de Groot tijdens het eerste koffie-uurtje voor ouderen in maanden, in De Dompelaar in Elsendorp.

© Jean Pierre Reijnen/DCI Media

Vragen?

Heeft u nog vragen over dit onderwerp? Neem contact op met een van onze contactpersonen, wij helpen u graag verder.

Deel deze pagina

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial